Insuline is een hormoon dat door de alvleesklier wordt aangemaakt. Hormonen zijn stofjes die de verschillende processen in het lichaam regelen. Insuline regelt de glucosestofwisseling, en speelt een rol bij de vetstofwisseling.
De naam insuline komt van het Latijnse woord voor eiland (insula). Insuline wordt immers gemaakt in de Eilandjes van Langerhans in de alvleesklier.
Wanneer je bloedsuikerspiegel (glucosegehalte in het bloed) verhoogd is dan wordt door de alvleesklier insuline afgegeven aan het bloed, zodat de insuline de opname van glucose naar de spier- en vetcellen kan regelen.
Kinderen en volwassenen met diabetes (suikerziekte) moeten middels injecties zichzelf insuline toedienen om hun bloedsuikerspiegel te verlagen.
Daarnaast regelt insuline ook de aanmaak (synthese) van glycogeen in spier- en levercellen, de aanmaak van vetzuren, en de aanmaak van eiwitten in spierweefsels.
Insuline remt de processen van gluconeogenese en ketogenese af. Wanneer er zich namelijk glucose in het bloed bevindt, dan heeft het lichaam geen behoefte aan nóg meer glucose (uit gluconeogenese) of ketonen (uit ketogenese).
Insuline zorgt ervoor dat deze processen worden stopgezet. De tegenhanger van insuline, glucagon, stimuleert juist gluconeogenese en ketogenese.