Keto.nl

Het bloedsuikergehalte en het ketogeen dieet

Een dieet met weinig koolhydraten heeft gevolgen voor hoe het lichaam werkt. Doordat er geen koolhydraten genuttigd worden daalt het bloedsuikergehalte. Een laag bloedsuikergehalte zorgt ervoor dat de alvleesklier glucagon produceert. De lever wordt door de glucagon gestimuleerd om glycogeen om te zetten naar glucose. Als de glycogeenvoorraden leeg zijn dan gebruikt het lichaam vetten in plaats van glucose. De vetten kunnen de hersenen niet bereiken door de bloed-hersenbarrière. De hersenen gebruiken daarvoor ketonen die door de lever gemaakt worden van vetten. Door de vetten en ketonen als energiebronnen te gebruiken en daarnaast wat glucose afkomstig van eiwitten kan het lichaam een normaal bloedsuikergehalte behouden.

De rol van insuline

Als je koolhydraten eet dan worden deze afgebroken tot simpele suikers, voornamelijk gaat het dan om glucose. Als dit gebeurt dan worden de suikers naar de bloedbaan geleid waardoor deze het bloedsuikergehalte verhogen. Een hoog bloedsuikergehalte is niet gewenst waardoor het lichaam reageert met een hormoon dat insuline wordt genoemd. Insuline vertelt de cellen om de glucose binnen te laten om het op te slaan of te verbranden voor energie.

Insuline en vetten

De voorstanders van een dieet met weinig koolhydraten zijn van mening dat het lichaam in staat is om te functioneren in ketose. Een hoog insuline niveau wordt vermeden wat voor veel gezondheidsproblemen zorgt. Het aankomen van gewicht en de opslag van vetten zijn het gevolg van insuline. Zonder insuline zijn de vetten voordelig voor het lichaam en niet schadelijk. Veel vet in een dieet leidt alleen tot hart- en vaatziekten als er sprake is van een hoog insuline niveau. De transvetten worden bij een ketogeen dieet zoveel mogelijk vermeden.

Insulineresistentie

Voor gezonde mensen betekent dit dat de piek in het bloedsuikergehalte onder controle gehouden wordt door een snelle reactie van insuline. Dit is jammer genoeg niet bij iedereen het geval en bij veel mensen werkt dit systeem niet helemaal naar behoren. Mensen met insulineresistentie hebben een nog groter probleem. Bij deze mensen werkt de reactie van insuline niet goed waardoor het moeilijker voor het lichaam is om de glucose naar de cellen te brengen. Uiteindelijk kan dit leiden tot diabetes type 2, in de volksmond ook wel suikerziekte genoemd. Als dit gebeurt dan is het lichaam niet in staat om genoeg insuline te produceren om het bloedsuikergehalte te verlagen na een maaltijd. Om te voorkomen dat het bloedsuikergehalte te hoog wordt is er een oplossing: minder of geen koolhydraten eten. Door de koolhydraten te vermijden is er niet veel vraag naar insuline om het bloedsuikergehalte te verlagen.

Het verschil met een dieet met veel koolhydraten

Bij een dieet met veel koolhydraten wordt glucose gebruikt voor de basisfuncties van het lichaam. Ongeveer twee derde van de lichaamscellen hebben insuline nodig om de glucose te kunnen gebruiken. De voornaamste oorzaken van complicaties bij diabetici worden veroorzaakt door teveel glucose in het bloed. Na een maaltijd met koolhydraten blijft het bloedsuikergehalte stijgen tot twee uur na de maaltijd. Als dit gebeurt dan maakt de alvleesklier insuline aan om de glucose tot de cellen toe te laten. De lever en de spieren nemen de glucose op als glycogeen. Een dieet met veel koolhydraten zorgt ervoor dat er meer insuline wordt aangemaakt waardoor er meer door de cellen wordt opgenomen. De glycogeenvoorraden zijn echter niet oneindig. Als de voorraden gevuld zijn dan wordt het opgeslagen als vet. Dit kan visceraal vet zijn maar ook subcutaan.

4 / 5 ( 13 stemmen )